Notes for Gerrit Anthonys ten Brinke


Op 19-09-1715 wordt Gerrit aangemaand zijn schuld van 19 gulden en 16 stuivers voor gekochte boekweit op het Hammer veen aan Jan Gerrits Wemekamp te betalen.
1720: register van hoofdgeld: Gerrijt ten Brinke, Den Ham 1e rot, 2.
1723: register van hoofdgeld: Gerrijt ten Brinke, Den Ham 1e rot, 2.
Op 06-10-1744 nemen Gerrit en Geesje een lening van 125 gulden tegen 3% rente en stellen ze hun stuk zaailand gelegen op Tribbelink Kamp als onderpand.
Volkstelling van 1748 van Den Ham, Magele: Gerrit ten Brinke en sijn vrouw Geertje Mense, waarvan de man gek is, 2 kinderen Jan en Marrij beide boven de 10 jaren.
1749: de wed. ten Brinke [aantekeningen van Benniker, 1748, no. 35].
Bij de personele quotatie van 1750 is Gerrit ingedeeld bij de armen in Magele. Hij hoeft deze belasting dus niet te betalen, anders zou hij voor 2 personen deze belasting moeten betalen.
1750: register van de 1000e penning: Den Ham, Gerrit ten Brinke 200.0.0.
Op 28-06-1753 wordt het huis naast het huis van Gerrit en dat van Jan Willems Brinabs in Magele verkocht.
Op 01-09-1753 worden Lucas Berends [van der Linde, woonde 7 huizen naast hun] en Arend Hendriks [Huisje] aangesteld als momboiren over Geesje en haar goederen.
Op 01-09-1753 stelt Geesje haar testament op. Ze stelt Maria ten Brinke aan als haar universeel erfgenaam, op voorwaarde dat zij haar de rest van haar leven onderhoud en een fatsoenlijk begravenis geeft. Haar beide zonen Jan en Michiel krijgen ieder 6
gulden.
Op 11-10-1755 sluit Geesje een contract van alimentatie met haar dochter Maria ten Brinke en haar schoonzoon Claas Janssen. Haar dochter en schoonzoon moeten haar haar verdere leven onderhouden en haar ordentelijk begraven.
HOME | EMAIL | SURNAMES |


Page built by Gedpage Version 2.20 on 25 December 2007

© Ponto Broadbelt of Buckland